
Op deze pagina kunt u uw Bluetooth apparaten instellen voor de Plasma-werkruimte.
Opmerking
Druk op de knop om het subsysteem voor Bluetooth in uw besturingssysteem in te schakelen.

Druk op de knop om de algemene instellingen voor Bluetooth voor uw Plasma-werkruimte te wijzigen.

U kunt uw Bluetooth-apparaat Ingeschakeld en Zichtbaar voor andere Bluetooth-apparaten maken met de overeenkomstige items.
Het is mogelijk om het gedrag van het subsysteem voor Bluetooth te wijzigen bij het ontvangen van een bestand. Uw Plasma-werkruimte kan Vragen om bevestiging, Vertrouwde apparaten accepteren (zie het Vertrouwd in de instellingen van het onderstaande apparaat) en Altijd accepteren van de verzonden bestanden. U kunt ook de map configureren om de ontvangen bestanden op te slaan.
Druk op de knop Terug bovenaan de pagina om terug te keren naar de hoofdpagina van de configuratiemodule.
U kunt een Bluetooth-apparaat toevoegen aan de hoofdlijst door te klikken op de knop . Uw omgeving zal gescand worden op beschikbare apparaten. Als het apparaat dat u wilt gebruiken niet getoond wordt in de scanlijst dan moet u zijn handleiding raadplegen voor de instructies over hoe het op te zetten.
Configureer de Handmatige PIN indien nodig en klik op het gedetecteerde apparaat om het te paren met uw computer. Zie de handleiding van het apparaat over de procedure van paren, de manier kan variëren maar gewoonlijk is het erg rechttoe-rechtaan.

Klik Vertrouwd en Geblokkeerd.
op het item in de lijst om zijn naam in de lijst met apparaten te configureren en maak het
Druk op de knop Terug bovenaan de pagina om terug te keren naar de hoofdpagina van de configuratiemodule.
Bij zweven met de muiscursor zal elk Bluetooth-apparaat in de hoofdlijst rechts twee knoppen tonen.
Gebruik of
om een apparaat te verbinden of deze te verbreken.
U kunt een apparaat uit de hoofdlijst verwijderen door het te selecteren en daarna te klikken op het pictogram .
Als het nodig is om Bluetooth voor een bepaalde reden uit te schakelen druk op de knop .

Opmerking
U moet het Plasma bureaublad draaien of een andere geschikte vensterbeheerder om Bluetooth in het systeemvak te tonen.
De Bluetooth module toont standaard een pictogram in het systeemvak. Het pictogram biedt zowel besturing als statusindicatie van de monitoring. Een normaal Bluetooth pictogram geeft aan dat alle apparaten niet verbonden zijn, terwijl het pictogram met de horizontale stippellijn aangeeft dat enige apparaten verbonden zijn met uw computer.
Als u met de muiscursor boven het pictogram in het systeemvak zweeft, wordt een samenvatting van de verbonden apparatenlijst getoond als een tekstballon.
Klik Bluetooth hoofdbesturingspaneel.
op het pictogram in het systeemvak om om te schakelen tussen tonen en verbergen van hetKlik
op het pictogram in het systeemvak om zijn contextmenu met slechts één item te tonen:Start de Plasma Bluetooth configuratiemodule.
Het Bluetooth hoofdbesturingspaneel kan gebruikt worden om het subsysteem van Bluetooth van uw computer te besturen.

De bovenste rij van het paneel bevat de schakelaar van Bluetooth om de Bluetooth module in of uit te schakelen, de knop “plus” om Bluetooth apparaten toe te voegen en de knop “configureren” om de Plasma Bluetooth configuratiemodule te starten.
Het hoofdruimte van het paneel is gericht op de gepaarde apparaten.
Gebruik of
om een apparaat te verbinden of deze te verbreken.
Klik op de knop v rechts van het apparaatitem om zijn eigenschappen uit te klappen.
De knop zal alleen getoond worden als het bijbehorende apparaat verbonden is en gereed om bestanden te ontvangen. Deze functie kan enige extra te installeren software nodig hebben. Indien nodig, volg de instructies en raadpleeg de documentatie van uw distributie.